Heb jij goede voelsprieten?

Heel wat mensen in mijn opleidingen zeggen bijna verontschuldigend dat ze “maar wat op buikgevoel werken”…

Onze gut feeling of intuïtie verwijst naar de neuronen die letterlijk in onze darmen zitten. Er zit intelligentie in ons lichaam!

Het is dus een goede zaak om voeling te hebben met wat je via je lichaam als grote antenne oppikt. Bijvoorbeeld:

  • Hoe is de sfeer in dit team?
  • Hoe veilig is het aan de vergadertafel?
  • Hoe authentiek is mijn gesprekspartner?

Als kind hebben we al snel afgeleerd om wat we aanvoelen ook serieus te nemen. Het hoofd regeert, cognitieve kennis is echte kennis, het IQ wordt gemeten en andere vormen van intelligentie worden stiefmoederlijk behandeld.

Daarom is het waarschijnlijk zo moeilijk voor mensen om te erkennen wat er ‘is’ in samenwerking en hier een respons op te geven.

  • We blijven  in het verleden hangen en blijven rumineren over het onrecht dat ons is aangedaan of juist hoe het vroeger beter was: we zitten met onze energie en aandacht in het verleden
  • We richten de blik vol goede moed op de (gewenste) toekomst en maken abstractie van het hier-en-nu en kijken reikhalzend uit naar iets dat nog in het verschiet ligt
  • We zoeken krampachtig naar het positieve waardoor het moeilijke, lastig of onwenselijke onder de tafel wordt geduwd
  • We nemen de vlucht vooruit en nemen de tijd niet om stil te staan bij wat er nu speelt, want als we vertragen beginnen we misschien te voelen…
  • We houden het gezellig en beleefd, doen alsof alles ok is en benoemen niet wat soms overduidelijk is (the obvious, de olifant in de kamer)

Vaak is het in organisaties niet veilig om gewoon te benoemen wat iedereen aanvoelt. Het is niet politiek correct, het hoort niet, we zijn het niet gewend, we gaan het negatieve uit de weg, we gedragen ons sociaal wenselijk.

En we lopen vast in onze manoeuvres om het ongewenste te ontwijken, minimaliseren of rationaliseren. Maar het is niet omdat we het er niet over hebben, dat het ook weg is.

“Alles wat niet wordt uitgedrukt, maar wel wil worden uitgedrukt, veroorzaakt ongemak.”

(Fritz Perls)

Bewust waarnemen: wat vraagt aandacht?

Voor mij start elk begeleidingssproces, of dat nu van een groep of van een individu is, met het voelen wat er nu leeft en aandacht vraagt.

Het gaat vaak om een eerste indruk, een algemeen aanvoelen, een verrassende beweging of beeldrijke uitspraak. In het werken met een groep of team is het dus belangrijk om een dubbele focus aan te houden.

In de eerste plaats neem je goed waar wat er allemaal in een groep gebeurt. Bijvoorbeeld:

  • Iedereen heeft een computer voor zich staan tijdens de vergadering
  • Er worden veel grapjes gemaakt
  • Zodra Ellen binnenkomt, stokt het gesprek
  • De leidinggevende stelt een vraag zonder naar het team te kijken en zonder een antwoord af te wachten
  • Twee collega’s onderbreken elkaar systematisch
  • Dirk herhaalt zijn argument voor de derde keer

Dit verbale en non verbale gedrag is mogelijk allemaal interessant om te weten wat er in een groep leeft en hoe mensen met elkaar omgaan.

Het ‘zelf’ als instrument: je binnenkant

Ondertussen gebeurt er ook van alles bij jou van binnen in contact met je team of een groep. Je subjectieve ervaring en persoonlijke gewaarwordingen zijn een aanvullende bron van informatie over wat er leeft – vooral in de onderstroom – van een groep.

  • Welke gedachten gaan er door je hoofd? Welke overtuigen heb je? Welke oordelen komen spontaan op? Welke associaties heb je?
  • Wat gebeurt er lichamelijk? Misschien heb je een knoop in je maag; ervaar je een impuls om weg te lopen; ben je opvallend moe of nerveus in deze vergadering; voel je een enthousiaste alertheid zodra je bij dit team bent?
  • Welke emoties ervaar je? Ben je verveeld, enthousiast, angstig, kwaad, teleurgesteld?

Contact maken met je gewaarwordingen vraagt bewuste aandacht, introspectie en een zekere gevoeligheid. Je luistert – ook tussen de regels door – wat mensen zeggen en niet zeggen. Je besteedt aandacht aan eerste indrukken, kleurrijk taalgebruik, opvallende metaforen, verrassende uitspraken, stiltes, grapjes, het energieniveau.

Deze gewaarwordingen zijn geen waarheid of interpretatie. Je deelt ze bij wijze van werkhypothese en ze vormen het aanknopingspunt om samen te onderzoeken wat er leeft en misschien moeilijk gezegd kan worden. De vraag hierbij is: wat is van mij en wat is niet van mij in deze ervaring?

Dit is dus een totaal andere en meer procesgevoelige benadering dan een agenda afwerken, een voorbereid scenario volgen of vooraf bedachte methodieken inzetten. Je vertrekt waar een groep of persoon nu is en wat er zich in het hier en nu ontvouwt.

 

Deze procesgevoelige manier van leidinggeven of begeleiden van een groep of team kan je leren!

Prins, S., A. Celis & M. De Wulf (2014). Het hart van coaching: coachen vanuit de gestaltvisie. In Welzijn en zorg in Vlaanderen 2014-2015. Wegwijzer voor de sociale sector. Mechelen: Wolters-Kluwer; pp. 509-526.

Prins, S. (2006). The psychodynamic perspective in organizational research: making sense of the dynamics and emotional challenges of collaborative work. Special Section ‘Beyond Positivism and Statistics: Neglected Approaches to Understanding the Experience of Work’, Journal of Occupational and Organizational Psychology, 79, 335-355.

 

Copyright 2015 ©  Silvia Prins. Alle rechten voorbehouden. Artikelen of delen hieruit mogen elders gepubliceerd worden, maar alleen op o.v.v. het copyright en de naam van de website. Dank om me hiervan op de hoogte te stellen. (herwerkt op 22 maart 2021)